Gieren boven de stad en rond de toren!
Neen, we gaan het nu even niet hebben over gieren, je weet wel die bekende aaseters die urenlang kunnen cirkelen op zoek naar een kreng. ‘Gieren’ slaat hier op een zeer typisch geluid dat je op zwoele zomeravonden in de historische stadscentra of oude dorpen kan horen. Een snerpend tweetonig geluid dat onvermijdelijk de aandacht trekt en afkomstig is van de gierzwaluw, een bijzondere stuntvlieger.
De gierzwaluw heeft eigenlijk niets te maken met onze ‘echte’ zwaluwen. Iedereen kent wel de boerenzwaluw (blauw, rode keel en lange vorkstaart, open nesten in schuren en stallingen), de huiszwaluw (blauw met witte vlek aan de stuit, gesloten nestje onder de dakgoot of raamkozijn) en misschien ook wel de oeverzwaluw (bruin gekleurd, broedend in zandwallen en daardoor niet te zien in de stad). De gierzwaluw is echter volledig zwart met een klein wit keelvlekje, en alleen qua silhouet lijkt hij op een doordeweekse zwaluw. Maar toch anders met de lange sikkelvormige stijve vleugels, pikzwart en met een fragiel kort V-staartje.
Op topsnelheid
Gierzwaluwen gedragen zich ook wel anders. Normale zwaluwen vliegen laag over het gras of net boven de daken. Gierzwaluwen zijn heuse stuntvliegers. Met snelheden boven de 150 km/u ‘gieren’ ze door straten. Dat zijn hun canyons. De huizen zijn dan in hun perceptie de klifwanden, waarin ze broeden. ’s Avonds is het voor gierzwaluwen verzamelen geblazen boven de historische steden, wanneer de thermiek hele horden vervelende insecten naar boven stuwt. Dan ‘gieren’ ze samen in grote groepen wat een intens geluid teweegbrengt. Dat geluid is zo kenmerkend voor steden als het getsjilp van onze huismussen, of het krassend muziekje van de zwarte roodstaart.
Gierzwaluwen gaan niet zitten. Nooit. Hun pootjes zijn gewoon te kort om te landen en om een aanloop te kunnen nemen om vervolgens op te stijgen. Vind je een gierzwaluw op de grond, pak hem dan vast en gooi het diertje hoog in de lucht. Wedden dat hij op de vleugels gaat?
Lees het vervolg in het meinummer van Fence.
Zo niet, breng je de onfortuinlijke vogel best zo snel mogelijk naar een erkend vogelopvangcentrum. Vermits ze dus niet op telefoondraden, elektriciteitskabels of daken kunnen gaan zitten, slapen ze gewoon in de hogere luchtlagen, op een gemiddelde hoogte van 1.500 m. Samengevat: als ze niet broeden, vliegen gierzwaluwen dus 24 uur op 24!
Broeden doen gierzwaluwen in spelonken. In een huis of monument even vertaald in de vorm van een holle ruimte onder het dak of een spleet tussen binnen- en buitenmuur. Je ziet ze er met een enorm hoge snelheid rechtstreeks in vliegen. Soms hangt zo’n stadsbengel even aan de muur “in wacht” tot de partner de jongen heeft gevoed. Dat lukt wel met de scherpe teennageltjes. En is het weer zo slecht dat er geen vliegjes aangevoerd kunnen worden, dan gaan de jongen toch gewoon in een soort “winterslaap”. De oudervogels trekken dan vaak honderden kilometer mee met het goede weer. Daarom zie je bij langdurige regenperiodes geen gierzwaluwen en wordt het erg stil in de stad.
Hulp gezocht
Gierzwaluwen doen het niet zo goed meer de laatste tijd. Je hoort ons niet zeggen dat mensen geen werk moeten maken van betere (geïsoleerde) daken, renovatie van oude woningen in plaats van nieuwbouw op het platteland of restauratie van vervallen monumenten. Maar daardoor gaan broedplaatsen onherroepelijk verloren. Gelukkig is er een oplossing: hang enkele gierzwaluwkasten onder de dakrand of metsel betonnen nestbakken in. Overheden kunnen ook helpen door kerken, bruggen en hoogbouw verplicht op te leggen om nestgelegenheid voor de gierzwaluwen te voorzien. Kostprijs: enkele euro’s per bak. Maar voor de gierzwaluw een verschil tussen uitsterven of overleven.
Kijk vanaf half mei even uit naar deze luchtacrobaten. Meestal hoor je eerst het gegier en zie je dan de gierzwaluw. Geniet ervan, want in augustus zijn ze alweer weg. Dat trekken ze naar Afrika, naar hun winterverblijf dat ten zuiden van de evenaar ligt.