Hoe meer tegels, hoe minder egels!
Wil je van je tuin een aantrekkelijke plek maken voor egels? Vervang dan je tegels voor groen en zorg voor genoeg rommelige beschutte hoekjes, wat egelvoer en een schaaltje water.
De egel valt onder de orde van de insecteneters, maar in de praktijk is een egel een omnivoor; een alleseter. Naast regenwormen, kevers, slakken en spinnen eet een egel kadavers van vogeltjes en als het de kans krijgt jonge muizen. Ook fruit en zachte zaden worden graag gegeten. Egels leven vooral in struikgewas, in dichtbegroeide tuinen en parken, maar ook bij houtwallen en ongemaaide slootkanten. Als je eenmaal een egel in je tuin hebt gezien, tref je hem waarschijnlijk vaker aan.
Een lange winterslaap
Egels houden een winterslaap. Oude egeltjes gaan rond eind november in winterslaap, jonge egeltjes blijven nog iets langer actief. De egels gaan in een soort ‘spaarstand’ waarbij hun lichaamstemperatuur kan dalen van 38 naar wel 4 graden! Eenmaal in winterslaap daalt de ademhaling naar een minimum en stopt de spijsvertering.
De egels moeten daarom wel over voldoende vetreserves beschikken. Soms worden ze wakker tijdens hun winterslaap, omdat het nest niet warm genoeg is of omdat de reserves opraken. Dat kost vaak zoveel energie dat ze de winterslaap niet overleven. Zie je tijdens de winterperiode een verzwakte egel, help hem dan, want zelfstandig redt hij het niet!
Ontwaken in de lente
Egeltjes ontwaken eind maart of begin april, dat is onder andere afhankelijk van de buitentemperatuur. Zodra de temperaturen boven 12 tot 15 graden komen, wordt de egel actiever en zal het op zoek gaan naar voedsel.
Als een egeltje in het voorjaar ontwaakt is het circa 30% van zijn lichaamsgewicht kwijtgeraakt. Eenmaal op krachten breekt de paringstijd in mei aan. In juni bouwen ze vaak een nestje, meestal beschut onder een haag, een stapel takken of in een composthoop. De verzorging van de jongen vergt veel energie van de ouders en vindt plaats van juni tot augustus. Als de jongen hun eigen weg gaan in de herfst, bouwen de egeltjes hun winternesten om een goede schuilplaats voor de winter te hebben.
Egels slapen wel 18 uur per etmaal en zijn vooral ’s nachts actief. Slapen doen ze op beschutte droge plekken, bijvoorbeeld onder bladeren of in speciale egelwoonhuizen.
Help de egels met extra voeding
Egels gaan ’s nachts of in de schemering op zoek naar voedsel, waarbij ze per nacht wel drie tot vijf kilometer lopen.
Heb je een egeltje in de tuin, dan is het prima om deze bij te voeren. Van maart tot december is alle hulp zeer welkom. De egels zullen zelf nog steeds op zoek gaan naar insecten en larven. Wat jij de egels geeft is bijvoeding. Zo is er bijvoorbeeld het speciaal egelvoer en de egelpaté samengesteld door Vivara en de Egelstichting. Die voeding bestaat uit biologisch vlees én er zijn extra vitaminen en mineralen aan toegevoegd die de egels vitaal houden. Dat zorgt ervoor dat ze snel vetreserves zullen opbouwen.
Zorg naast voeding ook altijd voor vers water. Geef egels nooit melk, daar krijgen ze diarree van. Ze kunnen de lactose in de melk niet verteren en worden er erg ziek van.
Geef jij de egels in de tuin wat extra voeding en water? Dan help je mee op de kwetsbare egelpopulatie in stand te houden. Dank je wel!
Een egelvriendelijke tuin
Een opgeruimde tuin is géén goede leefomgeving voor de stekelige beestjes. Daar vinden ze noch voedsel noch een slaap- of schuilplaats.
Laat in de herfst en het voorjaar daarom de dorre bladeren onder de bomen en struiken liggen. Zo stoor je geen egels in winterslaap. Onder het bladerdek houden zich ook bodeminsecten schuil; voedsel voor vogels én egels.
Bedenk ook: dorre bladeren composteren na verloop van tijd, wat ook voor planten als meststof werkt. Wil je toch het blad opruimen of zijn er te weinig schuilplaatsen in je tuin? Geef de egels dan een veilig, eigen plekje door een egelwoonhuis te plaatsen.
Wist je trouwens dat egels ook graag een warm schuurtje opzoeken? Zet de deur in het najaar open en de kans is groot dat er een egel komt logeren!