Minder water voor het klimaat: wat bij droogte?
Water is belangrijk in de tuin, het zorgt voor leven en bloei. Maar water wordt hoe langer hoe meer een schaars goed. Zeker in droge periodes. Hoe kunnen we water zo veel mogelijk beperken, zonder de tuin schade toe te brengen?
Alles begint bij een goede bodem
Tip 1: Bepaal de zuurtegraad van je bodem
Een goede start begint met goede grond. Heel wat tuincentra kunnen je helpen met het bepalen van de zuurtegraad, zodat je weet of je er al dan niet kalk moet bij vermengen.
Tip 2: Voeg meststoffen toe aan de bodem
Om te weten welke meststoffen nodig zijn voor jouw bodem, is een bodemonderzoek nodig. In ons land gebeurt dat voornamelijk door de Bodemkundige Dienst van België. Er hoeft daarvoor niemand langs te komen. Je bestelt een ‘tuindoosje’, stuurt een staal grond op en enkele weken later weet je alles over je tuingrond.
Tip 3: Werk waterbufferende waterkristallen in de grond in
Waterkristallen zijn scheikundige sponsjes of polymeren die meerdere malen hun eigen volume aan vocht opnemen, het vasthouden in de wortelzone en het weer vrijgeven wanneer de planten er nood aan hebben. Op dat ogenblik zorgen ze ook voor open ruimte in de bodem en dus ruimte voor lucht en extra wortels. Dat proces van water opnemen en afgeven kunnen de polymeren tot tien jaar herhalen. Zorg dat de waterbufferende gelkorrels goed ingewerkt zijn in de bodem. Als ze blootgesteld worden aan hitte, uv-stralen en wind vermindert de levensduur aanzienlijk.


Tip 4: Voeg perliet, vermiculiet, lava of geëxpandeerde kleikorrels toe aan de bodem
Ook deze oplossingen hepen om de ondergrond poreus te maken en nemen water op, doch niet in dezelfde mate als de voornoemde gelkorrels.
Bewateringstips van de groenexpert
“Het is geen goed idee om je planten te verwennen”, vertelt Marc Verachtert, groenspecialist en medeauteur van het Zakboek voor de klimaattuin. “Planten die in volle grond staan, hoef je niet dagelijks te voorzien van vers water. Het is immers de bedoeling dat de wortels zélf op zoek gaan naar water.”
“Door de planten te dwingen om zelf water op te pompen, zullen ze genoodzaakt zijn om hun wortel diep en breed uit te laten groeien, zodat ze water kunnen halen over een grotere afstand. Geef je je planten een dagelijkse dosis vers water, dan gaat deze eigenschap verloren en worden je planten lui. De wortels zullen zich net onder de oppervlakte ontwikkelen en passief wachten tot hen water wordt aangereikt.”


Wat als bewateren onvermijdelijk wordt? Als de bodem op een bepaald moment écht te droog wordt om planten in te laten overleven, is het noodzakelijk om extra water bij te geven. Zo ga je efficiënt te werk:
› Geef 20 tot 30 liter per vierkante meter. Zo’n grote hoeveelheid zal langzaam in de bodem insijpelen, tot op grote diepte. Geef niet alle dagen zoveel water, maar doe het met lange tussenpozen: wacht minstens een week alvorens je nogmaals 20 liter water geeft.
› Water geven doe je bij voorkeur ’s avonds en – als het mogelijk is – op vochtige grond.
Je grond vochtig houden, doe je door een bodembedekkende laag tussen de planten te verspreiden. Hiervoor kan je verschillende producten gebruiken: grasmaaisel, bijvoorbeeld. Leg het maaisel echter niet te dik, want het heeft de neiging aan elkaar te klitten, bruin te worden, te rotten en bijgevolg een onaangename geur te verspreiden. Andere opties zijn: houtsnippers, boomschors, verknipt vlas of riet, boekweitzemelen en vele andere.
“Gebruik je compost als mulchlaag, weet dan dat de bovenste 5 cm gemakkelijk uitdroogt. Als je compost dik genoeg verspreidt, bijvoorbeeld 10 cm, dan zal dit ervoor zorgen dat de ondergrond vochtig blijft én in geval van regen of bewateren worden er voedzame stoffen in de bodem gespoeld.”
Het overlevingsmechanisme van planten
Planten beschikken over een sterk overlevingsmechanisme. Ze zijn in staat om zichzelf te wapenen tegen enerzijds zeer hoge temperaturen en droogte, anderzijds tegen zeer vochtige omstandigheden.
Bomen laten hun bladeren vallen om het verdampen tegen te gaan en door het afwerpen van hun bladeren verdwijnen er grote verdampingsoppervlakken en wordt vermeden dat alle vocht uit hun stam en takken verdwijnt. Planten die hun bladeren niet laten vallen, hebben andere strategieën om het verdampingsoppervlak te doen krimpen. Zo laten veel struiken hun bladeren slap hangen en sluiten de huidmondjes. Grassen hebben de eigenschap dat ze kunnen dubbel plooien zodat de loofoppervlakte halveert.
Met de juiste planten, een goede bodem en de juiste tools bespaar je dus al heel wat water. En hoe minder water, hoe beter voor het klimaat!
Zelf je tuin aanpassen tot een klimaattuin?
Ontdek meer tips in het zakboek:
Tekst: Marc Verachtert en Bart Verelst