Maartse klussen voor de siertuin

We hebben lang genoeg stilgezeten. Tijdens droge dagen trekken we onze laarzen aan en maken we de siertuin lenteklaar. We voelen het al kriebelen. Met volgende klusjes kan je alvast aan de slag.

• Winterharde éénjarige planten kunnen nu gezaaid worden in potjes of modules. In koudere streken best eerst in een koude bak of serre zetten.
• Vroege lente is een ideale periode om vaste planten te delen en te (ver)planten. Hosta’s bijvoorbeeld deel je het best als ze nog niet in blad staan, dus wanneer de groeipunten net zichtbaar worden.
• Plant zomerbloeiende bolgewassen. Zorg voor voldoende drainage om rotten van de bollen te voorkomen.
• In maart snij je de siergrassen terug. Zelfs al zien ze er nog goed uit, je moet de jonge scheuten de ruimte bieden om te groeien.
• Als je dit nog niet deed, dan kan je nog steeds de oude bladeren van de Helleborus wegsnijden om de bloemen meer in het zicht te zetten en risico op bladvlekkenziekte te verminderen.
• Deel vroege bolletjes als sneeuwklokjes en winterakoniet. Die zijn nu uitgebloeid en het is het allerlaatste moment om dit te doen.
• Verwijder uitgebloeide bloemen van de narcissen maar laat het loof staan! Dit is nog nodig om de bol terug aan te sterken.
• Nu is het ‘makkelijk’ om doorlevende onkruiden uit de vaste planten te verwijderen, bijvoorbeeld zevenblad uit Astilbe. Hiertoe graaf je de hele plant uit en verwijder de wortels van de onkruiden met de hand. Vergeet ook de omringende grond niet!
• Vergeet niet om je planten in pot te controleren. Hebben ze geen water nodig? Vooral als je ze ter bescherming onder een afdak hebt geplaatst, zullen ze snel te droog worden.
• Plaats de plantensteunen zo vroeg mogelijk; dan kunnen de planten er mooi doorheen groeien en zie je ze later niet meer als storende elementen in een border.
• Bij zacht weer niet vergeten om tijdig je winterbescherming af te nemen, zodat jonge scheuten niet in hun groei worden belemmerd. Pas echter op, de winter kan nog venijnig terugslaan. Leg dus de bescherming niet te ver weg en plaats terug als er kouder weer wordt voorspeld. In ons klimaat is dit een van de gevaarlijkste periodes in de tuin.
• Let op de eerste bladluizen bij mild weer. Verwijder waar mogelijk met de hand. Controleer ook regelmatig op slakken.
• Je kan nu nog prima allerlei houtige bladverliezende struiken en bomen met “naakte wortel” of in kluit aanplanten. Wacht nog even met bladhoudende planten tot ergens in april. Let bijvoorbeeld op met Camellia die je nu koopt in een tuincentrum. Dit zijn vaak geïmporteerde planten die nog geen koude kennen. Acclimatiseer die eerst in een koude serre of veranda indien mogelijk.
• Snoei je struikrozen als je de eerste tekenen van groei ziet, maar vooraleer de bladeren zich echt ontvouwen.
• Laatbloeiende struiken kan je nu nog snoeien. Denk aan Buddleja davidii vormen, Hydrangea paniculata en bladverliezende Ceanothustypes zoals bijvoorbeeld ‘Marie Simon’. Vroegbloeiende struiken als Forsythia snoei je pas na de bloei!
• Gevoeligere wintergroene struiken als Choisya snoei je best later, wanneer de grootste vorstkansen verdwenen zijn. Goed winterharde soorten, zoals bijvoorbeeld de laurierkers, Prunus laurocerasus, kan je wel nu al snoeien.
• Snoei je klimplanten om ze te verjongen. Denk bijvoorbeeld aan Lonicera, Hedera en liaanrozen.
• Controleer de winterstekken van vorig jaar. Misschien moeten ze verplant en/of verpot worden.
• Probeer eens afleggers te maken van struiken als Philadelphus, Hydrangea of Forsythia.
• Controleer of planten die je in de herfst hebt gezet niet door vorst omhoog gedrukt werden. Druk zo nodig opnieuw aan.
• Verwijder onkruiden aan de basis van jonge bomen om voedselconcurrentie tegen te gaan. Snoei zomerbloeiende Clematis terug tot op een meter. Zo krijg je planten die ook al op lagere hoogte bloeien en goed vertakt zijn. Snoei Wisteria (zijtakken) terug tot op twee ogen. Haal overbodige scheuten helemaal weg. Blijf deze planten ook in de zomer snoeien wanneer ze lange groeischeuten maken.