Zo help je vogels tijdens de winterprik
Een hele week lang worden ijsdagen voorspelt met temperaturen tot -15 graden. “Een winterprik als deze is kort, maar kan dodelijk zijn voor sommige kleine tuinvogels. Winterkoninkjes, mezen en vinken zitten de hele nacht in de vrieskou en sommige soorten kunnen geen eten vinden. Jouw hulp bepaalt het verschil tussen leven en dood”, stelt Natuurpunt.
Winterprik is moeilijk voor vogels
De extreme koude temperaturen zijn niet makkelijk voor de vogels. Gelukkig kunnen ze vliegen en beslissen velen onder hen om warmere streken op te zoeken.
Helaas zijn niet alle soorten in staat om zich zo snel aan te passen. In koude periodes als deze verminderen daardoor de aantallen ijsvogels, sterven winterkoninkjes door de nachtelijke vrieskou en gebrek aan voldoende voedsel, verliezen we opnieuw een deel van de Cetti’s zangers die zo zijn toegenomen net dankzij een lange reeks zachte winter, en vriezen watervogels vast in of op het ijs. De natuur is dus bikkelhard.
Gelukkig kan jij als natuurliefhebber het verschil maken voor sommige vogels. Door slechts enkele kleine initiatieven te nemen, red je bepaalde soorten van de dood! Natuurpunt geeft 5 belangrijk vogeltips.
Tip 1: Blijf de vogels voederen
Nu het de hele dag door vriest kan je gerust wat guller zijn; het vogelvoer blijft langer goed. Biedt verschillende types aan: vetbollen, fruit, nootjes, pindakaas (voor vogels!), zaden en granen, … Van alles wat.
Leg het voedsel goed verspreid over de tuin, zodat niet één maar vier merels tegelijk hun gading vinden. Hang enkele pindasnoeren middenin een struik zodat ze niet allemaal geplunderd worden door één bende halsbandparkieten. Plaats over enkele plekjes een raster waar alleen kleine vogels door kunnen, zo komen ze allemaal aan hun trekken.
Vogels eten vaak sneeuw om te drinken maar proper water is geen overbodige luxe, voeg echter niets toe. Vervang het water liever regelmatig zodat het niet dichtvriest.
Tip 2: Voorzie scharrelplekjes
Door een humusplekje onder een overhangende struik over enkele vierkante meter sneeuwvrij te maken, biedt je soorten als lijsters de kans om tussen de bladeren naar voedsel te scharrelen. Ook de zeldzamere houtsnip kan hier dankbaar gebruik van maken.
Tip 3: Creëer zelf Ijsvogelhoekjes in de vijver
Heb je een vijvertje in de tuin of in je omgeving, dan kan jij onze ijsvogeltjes redden. Door een klein hoekje dagelijks ijsvrij te maken, kunnen ijsvogels nog bij de kleinste visjes. Zorg dat ze boven dat open hoekje een uitkijkpost hebben: enkele rietstengels, een overhangende tak. Die kan je uiteraard ook kunstmatig voorzien. Reigers maken ook wel eens gebruik van zo’n open hoekje, maar schakelen in vriesperiodes veeleer over op mollen en muizen.
Tip 4: Let op voor de kat!
Laat de kat op haar manier genieten van de winterprik: dat doet ze nog het liefst van al binnen, naast de verwarming. Laat hen pas in de tuin op het moment dat er minder vogels zitten. Vogels sparen elke inspanning om te overleven, dus zorg dat zij ongestoord kunnen eten.
Tip 5: Houd je hond aan de leiband
Niets zo leuk als met de hond op wandel te gaan in een witgeschilderd landschap. Bedenk echter dat vogels en andere dieren nu bijzonder kwetsbaar zijn. Watervogels zijn vaak minder in staat om snel weg te vliegen wanneer er ijs op hun verenkleed hangt. Houd je hond dus ten allen tijde aan de leiband. Het is niet alleen verplicht, je spaart er bijzonder veel levens mee uit. Zowat alle wilde dieren beschouwen de hond (en dat geldt voor alle rassen) als een gevaarlijk roofdier. Zo zal je de natuur waarvan je wil genieten, veel minder verstoren.
Talrijke en lange natuurwandelingen verhogen sowieso de kans dat je verzwakte dieren zal tegenkomen. Ook daar kan je jezelf beter op voorbereiden, door bijvoorbeeld altijd een lege kartonnen doos in je wagen te voorzien. Zo ben je steeds in staat om dat leven te redden.
Tref je vogels in nood aan, of verzwakte dieren? Neem dan contact op met het dichtstbijzijnde vogelopvangcentrum. Of beter nog: lever het beestje daar zelf eventjes af. In dagen als deze heerst er immers een grote drukte in deze vogelziekenhuizen.
Bron: www.natuurpunt.be (tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie)